Beveiligingsinstellingen
Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen beperken (zoals Oproepen
blokkeren, Besloten gebruikersgroepen en Vaste nummers), kunnen in sommige netwerken nog wel
bepaalde alarmnummers gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Instellingen
en
Beveiligingsinstellingen
. Selecteer
•
PIN-code vragen
, als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-
code niet.
•
Oproepen blokkeren
(netwerkdienst), als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken.
Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
•
Vaste nummers
, als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Men
u
fu
ncti
es
73
Men
u
fu
ncti
es
•
Closed user group
. De functie Closed User Group is een netwerkdienst waarmee een groep mensen
wordt opgegeven die u kunt bellen en die u kunnen bellen. Neem contact op met uw
netwerkexploitant voor meer informatie.
•
Beveiligingsniveau
. Selecteer
Telefoon
als de beveiligingscode gevraagd moet worden zodra een
nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer
Geheugen
als de beveiligingscode gevraagd moet worden als het geheugen van de SIM-
kaart is geselecteerd en u wilt het gebruikte geheugen wilt wijzigen (zie Instellingen voor de
telefoonlijst selecteren op pagina 39). Zie Telefoonlijsten kopiëren op pagina 43 als u van het ene
naar het andere geheugen wilt kopiëren.
•
Toegangscodes wijzigen
als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. De codes kunnen uitsluitend uit de cijfers 0 tot en met 9
bestaan.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van alarmnummers, zoals 112, om te
voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest.